- Straffen helpt niet.
Straffen helpt niet. - Straffen is slecht voor het zelfvertrouwen van je kind.
Straffen is slecht voor het zelfvertrouwen van je kind. - Boos worden helpt niet.
Boos worden helpt niet. - Moedig je kind positief aan: bevestig wat het goed doet.
Moedig je kind positief aan: bevestig wat het goed doet. - Positief aanmoedigen is goed voor het zelfvertrouwen van het kind.
Positief aanmoedigen is goed voor het zelfvertrouwen van het kind. - Beloon je kind niet met materiële zaken.
Beloon je kind niet met materiële zaken. - Wees creatief, maak een kalender en beloon je kind met stickers.
Wees creatief, maak een kalender en beloon je kind met stickers. - Praat met je kind over pipi en kaka doen.
Praat met je kind over pipi en kaka doen. - Houd de training leuk, speels en ontspannen.
Houd de training leuk, speels en ontspannen. - Laat je kind een boekje lezen op het potje.
Laat je kind een boekje lezen op het potje. - Vertel tegen je kind als het op het potje zit.
Vertel tegen je kind als het op het potje zit.