- Zet het potje naast het toilet.
Zet het potje naast het toilet. - Heb je thuis een potje?
Heb je thuis een potje? - Waar staat het potje?
Waar staat het potje? - Welk potje heb je?
Welk potje heb je? - Het is belangrijk dat het potje stevig is en comfortabel zit, en dat het kindje met de voetjes op de grond kan.
Het is belangrijk dat het potje stevig is en comfortabel zit, en dat het kindje met de voetjes op de grond kan. - Zet het potje op een vaste plaats.
Zet het potje op een vaste plaats. - Je kan het toilet gebruiken, maar zorg dan voor een toiletring en een opstapje.
Je kan het toilet gebruiken, maar zorg dan voor een toiletring en een opstapje.