- Stel geen vraag. Geef duidelijke INSTRUCTIES: “Kom, tijd om op het potje te gaan.”
Stel geen vraag. Geef duidelijke INSTRUCTIES: “Kom, tijd om op het potje te gaan.” - Probeer plasgedrag te herkennen.
Probeer plasgedrag te herkennen. - Vraag tussendoor af en toe: "Moet je pipi/moet je kaka doen?"
Vraag tussendoor af en toe: "Moet je pipi/moet je kaka doen?" - Gebruik gemakkelijke KLEDIJ.
Gebruik gemakkelijke KLEDIJ. - Gebruik eerst een oefenbroekje.
Gebruik eerst een oefenbroekje. - Wie is de ZINDELIJKHEIDSTRAINER?
Wie is de ZINDELIJKHEIDSTRAINER? - Wie helpt je bij de zindelijkheidstraining van je kind?
Wie helpt je bij de zindelijkheidstraining van je kind? - Maak dezelfde afspraken met alle trainers (dus met familie, school, kinderopvang).
Maak dezelfde afspraken met alle trainers (dus met familie, school, kinderopvang). - Probeer eerst OVERDAG de luier uit te laten en daarna pas ’s nachts.
Probeer eerst OVERDAG de luier uit te laten en daarna pas ’s nachts. - Laat de luier in het begin nog overdag aan tijdens dutjes.
Laat de luier in het begin nog overdag aan tijdens dutjes. - Laat de luier ook uit na een ongelukje.
Laat de luier ook uit na een ongelukje. - Laat de luier overdag uit en doe een onderbroek aan.
Laat de luier overdag uit en doe een onderbroek aan. - Gebruik eventueel in het begin nog de luier om je kind kaka te laten doen.
Gebruik eventueel in het begin nog de luier om je kind kaka te laten doen. - Voor vele kindjes is het moeilijker om kaka te leren doen op het potje dan om er pipi op te leren doen. Dat is normaal.
Voor vele kindjes is het moeilijker om kaka te leren doen op het potje dan om er pipi op te leren doen. Dat is normaal. - Laat je kind in het begin ’S NACHTS nog een luier dragen.
Laat je kind in het begin ’S NACHTS nog een luier dragen. - Maak je kind ’s nachts niet wakker om te plassen.
Maak je kind ’s nachts niet wakker om te plassen. - Laat de luier uit als die minstens 5 van de 7 nachten droog is.
Laat de luier uit als die minstens 5 van de 7 nachten droog is. - Laat je kind de hele dag door normaal DRINKEN (ook na 16h)!
Laat je kind de hele dag door normaal DRINKEN (ook na 16h)! - Start de training met een potje, gebruik pas later een toiletring op het grote TOILET.
Start de training met een potje, gebruik pas later een toiletring op het grote TOILET. - Help je kind met doorspoelen.
Help je kind met doorspoelen. - Laat je kind zelf doorspoelen.
Laat je kind zelf doorspoelen. - Zorg voor een goede HYGIËNE.
Zorg voor een goede HYGIËNE. - Was de handen van je kind na het plassen/na het kaka doen.
Was de handen van je kind na het plassen/na het kaka doen. - Veeg de poep/veeg de billen van je kind goed af.
Veeg de poep/veeg de billen van je kind goed af. - Een TERUGVAL is mogelijk.
Een TERUGVAL is mogelijk. - Een terugval is zeker niet abnormaal bij ingrijpende gebeurtenissen (een moeilijke thuissituatie, een broer of zus erbij, een verhuis, pesten…).
Een terugval is zeker niet abnormaal bij ingrijpende gebeurtenissen (een moeilijke thuissituatie, een broer of zus erbij, een verhuis, pesten…).