
- Kan je kind de pil inslikken?
Kan je kind de pil inslikken?
- Plet de pil.
Plet de pil.
- Breek de pil.
Breek de pil.
- Plet de pil niet zomaar, vraag eerst raad aan je dokter of apotheker.
Plet de pil niet zomaar, vraag eerst raad aan je dokter of apotheker.
- Los de pil op in water.
Los de pil op in water.
- Laat je kind kauwen op de pil.
Laat je kind kauwen op de pil.
- Laat je kind deze medicatie met water innemen.
Laat je kind deze medicatie met water innemen.
- Laat je kind rechtop zitten wanneer het deze medicatie neemt.
Laat je kind rechtop zitten wanneer het deze medicatie neemt.
- Laat je kind deze medicatie bij de maaltijd innemen.
Laat je kind deze medicatie bij de maaltijd innemen.
- Laat je kind deze medicatie voor het slapengaan innemen.
Laat je kind deze medicatie voor het slapengaan innemen.
- Laat je kind deze medicatie nuchter innemen, dus minstens 30 minuten vóór het eten.
Laat je kind deze medicatie nuchter innemen, dus minstens 30 minuten vóór het eten.
- Laat je kind deze medicatie smelten in de mond.
Laat je kind deze medicatie smelten in de mond.
- Laat je kind deze medicatie smelten onder de tong.
Laat je kind deze medicatie smelten onder de tong.
- Laat je kind niet in de zon lopen zolang het deze medicatie neemt.
Laat je kind niet in de zon lopen zolang het deze medicatie neemt.
- Laat je kind deze medicatie niet innemen met melk.
Laat je kind deze medicatie niet innemen met melk.
- Laat je kind deze medicatie niet innemen met pompelmoessap.
Laat je kind deze medicatie niet innemen met pompelmoessap.
- Laat je kind deze medicatie inhaleren.
Laat je kind deze medicatie inhaleren.
- Doe de vloeistof in het aerosoltoestel.
Doe de vloeistof in het aerosoltoestel.
- Je kind moet het masker een aantal minuten aanhouden.
Je kind moet het masker een aantal minuten aanhouden.
- Dien deze medicatie toe via de mond.
Dien deze medicatie toe via de mond.
- Dien deze medicatie toe via de ogen.
Dien deze medicatie toe via de ogen.
- Dien de druppels toe via de oren.
Dien de druppels toe via de oren.
- Dien deze medicatie toe via de neus.
Dien deze medicatie toe via de neus.
- Dien deze medicatie toe via de poep.
Dien deze medicatie toe via de poep.
- Dien deze medicatie toe via een injectie.
Dien deze medicatie toe via een injectie.
- Zet je kind rechtop om de sondevoeding toe te dienen.
Zet je kind rechtop om de sondevoeding toe te dienen.
- Je kan deze medicatie pletten en toedienen via de sondevoeding.
Je kan deze medicatie pletten en toedienen via de sondevoeding.
- Spoel zeker de sonde na toediening.
Spoel zeker de sonde na toediening.
- Schud goed voor gebruik.
Schud goed voor gebruik.
- Breng een dun laagje aan.
Breng een dun laagje aan.
- Breng een streepje zalf aan.
Breng een streepje zalf aan.
- Breng een dikke laag aan.
Breng een dikke laag aan.
- Geef deze medicatie enkel bij klachten.
Geef deze medicatie enkel bij klachten.
- Geef deze medicatie altijd!
Geef deze medicatie altijd!
- Geef deze medicatie niet in combinatie met andere medicatie.
Geef deze medicatie niet in combinatie met andere medicatie.
- Geef deze medicatie volgens het gewicht van je kind.
Geef deze medicatie volgens het gewicht van je kind.