- Hoeveel keer per dag gaat je kind op het potje?
Combien de fois par jour votre enfant va-t-il sur le pot? - Zet je kind verschillende keren per dag op het potje.
Installez votre enfant sur le pot plusieurs fois par jour. - Zet je kind op vaste tijdstippen op het potje (bijvoorbeeld bij het opstaan, na het middagdutje, voor het in bad gaat).
Installez votre enfant sur le pot à des moments fixes (par exemple au lever, après la sieste, à l'heure du bain). - Zet je kind op het potje als het er zelf om vraagt.
Installez votre enfant sur le pot s'il le demande lui-même. - Onderbreek je kind tijdens het spelen om eens op het potje te zitten.
Marquez régulièrement une pause-pipi pendant que votre enfant joue. - Laat je kind 2 à 5 minuutjes op het potje zitten.
Laissez votre enfant assis sur le pot pendant 2 à 5 minutes. - Laat 1,5 à 2 uur tussen om het potje terug aan te bieden.
Attendez 1,5 à 2 heures avant de représenter le pot. - Zorg voor een routine.
Créez une routine.