• Het is belangrijk dat je kind deze medicatie op een vast tijdstip neemt.
    Il est important que ton enfant prenne ces médicaments à un moment fixe.
  • Geef deze medicatie ’s morgens.
    Administre ces médicaments le matin.
  • Geef deze medicatie ’s middags.
    Administre ces médicaments le midi.
  • Geef deze medicatie ’s avonds.
    Administre ces médicaments le soir.
  • Geef deze medicatie een uur voor de maaltijd.
    Administre ces médicaments une heure avant le repas.
  • Geef deze medicatie een half uur voor de maaltijd.
    Administre ces médicaments une demi-heure avant le repas.
  • Geef deze medicatie bij de maaltijd.
    Administre ces médicaments avec le repas.
  • Geef deze medicatie na de maaltijd.
    Administre ces médicaments après le repas.
  • Geef deze medicatie bij het ontbijt.
    Administre ces médicaments avec le petit-déjeuner.
  • Geef deze medicatie bij het middagmaal.
    Administre ces médicaments avec le déjeuner.
  • Geef deze medicatie bij het avondmaal.
    Administre ces médicaments avec le dîner.
  • Geef deze medicatie voor het slapengaan.
    Administre ces médicaments avant le coucher.
  • Geef deze medicatie elke dag.
    Administre ces médicaments chaque jour.
  • Geef deze medicatie een keer per week.
    Administre ces médicaments une fois par semaine.
  • Geef deze medicatie meerdere keren per week.
    Administre ces médicaments plusieurs fois par semaine.
  • Geef deze medicatie een keer per maand.
    Administre ces médicaments une fois par mois.
  • Start deze medicatie meteen op.
    Commence immédiatement la prise de ces médicaments.
An error has occurred. This application may no longer respond until reloaded. Reload 🗙